Ik heb het gedaan. Het zat er al een tijd aan te komen. De tintelende spanning werd te groot. Het eindeloze burgerlijke inhouden is ten einde gekomen. Ik weet wat de gevolgen zullen zijn, maar zal deze aanvaarden. Ik hoop dat mijn kinderen het zullen begrijpen. Vast wel .
2 {youtube}eNs9ardkJnU{/youtube}
Ik verstop me nu diep in het bos. De honden van de nieuw aangestelde Animal Cops zullen me snel vinden. Het is koud zo alleen in het bos.
Een half jaartje geleden begon het al te broeien in mijn hoofd. Te vaak lag ik wakker en fantaseerde ik over de daad die ik nu gepleegd heb. Elke nacht om 4 uur schrok ik wakker, eerst niet wetend welke onrust mij wakker maakte, maar na een tijdje was het duidelijk dat het meer was dan een vallende tak of onweer-donder. Ik ging er over praten met vrienden, maar die lachten me uit: “je woont niet in een dorp hoor, dat kan niet wat jij zegt”.
Aan de overkant van ons huis is een mooi parkje. Leuk om doorheen te lopen, altijd rustig. Weinig mensen, soms een enkele kat. En één ander dier. Het dier. De HAAN. Naast wat rondscharrelen, chickies versieren en zichzelf mooi vinden, doet de HAAN nog één ding: Hij kraait. En niet soms, maar elke dag. Bij het ochtendgloren. Dus in de zomer al om 4 uur.
Een normale haan gaat dood. Deze HAAN niet. Dit dier kraait al 4 jaar zijn longen uit zijn hanenborst, precies tegenover mijn huis. Telkens maakt hij mij wakker. En de rotzak laat zich niet wegjagen. Hij is te snel. De snelle HAAN.
Een jaar geleden wilde ik het nog milieuvriendelijk oplossen. Een bonus voor de buurtkinderen die mij de haan levend (of desnoods al uit zijn lijden verlost) kon leveren. Dat leverde koddige plaatjes op van rennende kinderen met een deken, omgekeerde wasmand of katapult. De plaatjes werden wat minder koddig toen de haan harder kon rennen dan de kinderen en 2 auto’s slechts met een gierende noodstop konden voorkomen dat er een rennend kind werd geschept. Zo’n stille tocht met een haan op de achtergrond is ook niet wenselijk.
Het is koud hier in het bos. Ik hoor in de verte een helikopter rondcirkelen. De honden zijn nog ver.
Na de kinderactie werd het toch wel menens. Ik schafte enkele nieuwe snelle Brooks-loopschoenen aan en ging zwaar in training. Naast duurlopen om mijn conditie op te vijzelen, ging ik ook sprintjes oefenen om een snelle aanval op de HAAN te kunnen maken. Dat al deze trainingen ook nog een mooie marathontijd opleverden, was slechts bijzaak, maar leg dat maar eens uit aan je loopmaatjes.
Op een mooie zondagochtend was het tijd voor actie. De snelle gympen aangesnoerd, de juten zak in de hand. Zachtjes naar buiten en wachten tot het dier zich zou bloot geven. Een snelle sprint, desnoods wel 10 keer achter elkaar, maar ik zou die criminele lawaaischopper vangen.
En ja, daar was hij dan, trots rondlopend als een arrogante pauw, regelmatig kakelend om het begin van de dag aan te kondigen, her en der wat eten oppikkend van de grond. Ik sprintte in een keer weg naar het gekleurde rotbeest, vastbesloten om hem te vangen.
De behendigheid van het diertje was echter erg groot en na meerdere verloren sprintjes begon de energie uit mij weg te ebben. Met een laatste poging, vergezeld door een grote schreeuw, probeerde ik hem nog één keer te pakken maar tot mijn grote verbazing vloog die rotzak kakelend lachend een paar meter omhoog de boom in! Zwaar beledigd droop ik af die dag, grote wraakgevoelens koesterend.
Het is steenkoud in het bos. Ik klappertand. Het zal niet lang meer duren. De honden of de kou zullen mij nekken.
Toen ik eenmaal wist dat de straat te klein was voor ons beiden, was het tijd voor de minder diervriendelijke methodes. Een schriftelijke snelcursus messenwerpen had weinig effect, alleen meerdere diepe krassen op de geparkeerde auto’s en op mijn ziel. Een vuurwerkbom leverde slecht een boete en preek op van oom agent. Hoezo slecht voorbeeld voor de jeugd!
Gelukkig was er op internet meer te koop dan goedkope crossschoenen. Ook een jachtgeweer en grove hagel kun je aanschaffen via een van de obscure webwinkels.
De rest laat zich raden. Een stil moment in de straat, vroeg in de ochtend en een dramatische mistsliert die door de straat sloop. De HAAN aan de ene kant van de straat, diep inademend en klaar om zijn wapen te gebruiken. Ik aan de andere kant, met geweer op scherp met dubbelloopse hagel.
Ennio Morricone galmde door mijn hoofd toen ik aanlegde en schoot…..
Het gezicht van de uiterst bijdehante krantenjongen had ik niet gezien. Hij mij wel. Zijn mobieltje klikte tegelijk met mijn schot.
De snelle ren naar het bos op mijn snelle schoenen zal voorlopig wel mijn laatste snelheidstraining zijn geweest. De Animal Cops zullen mij zo wel vinden. Wat een rust zal het zijn in mijn straat.